FRANCOIS THIJS
NOCH MEESTER, NOCH KNECHT
Op een dag spoelt er in Berghen, een afgelegen stadje dat leeft van de houtindustrie, een jonge vreemdeling aan. Op een tiental kilometer ligt het ondoordringbare geberg-te Efterlanden. Op een plek begint er wel een breed pad, maar na enkele kilometers stoot het op een hoge rotswand. Het pad kreeg ooit de naam de ‘Zinloze Weg’. De jonge man bouwt er een eenvoudig huis, begint er te boeren, wordt zelf bedruipend, en heeft weinig contact met de Berghenaars.
Tientallen jaren later wordt hij in bed dood gevonden. Bij het doorzoeken van het huis vindt de politie enkele foto’s, maar men kan geen familieleden opsporen. Daar-om breekt men het huis af en begraaft men er anoniem het lijk.
Na de dood van zijn vader vindt Tim De Sunne bij het opruimen van het ouderlijke huis de doos met de vergeelde foto’s van de vreemdeling. Zijn vader was immers een van de twee politieagenten die ooit het lijk vonden. Ze wekte zijn belangstelling en hij trachtte de oorsprong ervan te achterhalen. Maar ook hij slaagde er niet in.
Op een dag sloeg het nieuws als een bom in. Berghen zou worden ontsloten door een snelweg, die ook de Efterlanden zou doorkruisen. Daarom zou het gebergte ach-ter de Zinloze Weg worden gedynamiteerd. Een Berghenaar, de wiskundeleraar Tho-mas Geenen, wond zich over dit plan bovenmatig op en organiseerde de actiegroep ‘De Berghenbrug’ Deze naam verwees naar de eeuwenoude brug over de rivier de Strumme.
Burgemeester Edward Borgher zag dit oproergekraai met lede ogen aan. Hij trachtte daarom de wiskundeleraar om te kopen, met de belofte dat hij de volgende school-directeur zou worden. Thomas Geenen begroef zijn actiegroep onder zijn eigen hoogmoed en stak ’s nachts de schuur met betogingsmateriaal in brand. Hij werd echter betrapt door een man die zijn hond uitliet.
De actiegroep ‘De Berghenbrug’ lag op haar achterste. Er was echter de idealistische jonge man Sebbe Jonglinc die op een ludieke manier verder ging met de actie. Hij veranderde de naam echter in ‘De Kippige Kippen’.
Tim De Sunne, de zoon van de politieagent, werkte op de dienst planologie van het stadje en ging de kadasterplannen inkijken om te zien hoe het gesteld stond met de eigendomsrechten van het perceel voor de Zinloze Weg. Het perceel was blanco. In de wet stond het principe: ‘Wie eerst zaait, voor altijd maait’. Met andere woorden: ‘Wie als eerste op een stuk braakliggend woonde, er ook de eigenaar van was. Door de vergeelde foto’s wist Tim De Sunne dat de vreemdeling er ooit als eerste een huis had gebouwd. Het geraamte moest er nog als bewijs liggen. Dit betekende dat de nog in leven zijnde familieleden de wettelijke erfgenamen van het perceel waren.
Hij bezorgde dan ook de foto’s aan Sebbe Jonglinc en deze ging ermee naar Harry Taelman, de advocaat van Thomas Geenen. De laatste zat op honderdvijftig kilometers in de gevangenis van Hoveste, de hoofdstad van de regio, waar ook het proces voor de brandstichting zou plaatsvinden.
Op een van de vergeelde foto’s stond een standbeeld, dat Harry Taelman dadelijk herkende. Het heette: ‘De strijd van goed en kwaad’ en het stond in de stad Fierten. De advocaat liet afdrukken maken en zond deze naar een collega in deze stad, met de vraag of hij soms de personen op de andere foto’s herkende. Deze kon de identiteit van de familieleden achterhalen en Harry Taelman nam contact met hen op.
Het bleek dat de vreemdeling Louis Ghegoet heette. Als jonge man was hij Fierten ontvlucht, nadat zijn tweelingzus Mimi zich na een liefdesdrama van het bewuste standbeeld had geworpen. De familie Geghoet ging akkoord dat hij vooralsnog hun erfdeel in Berghen zou opeisen. In stilte liet Harry Taelman naar het lijk van Louis Ghegoet zoeken, dat in de buurt van de Zinloze Weg werd gevonden. Daarna ging hij naar het stadhuis van Berghen om het bewuste perceel op naam van de familie Ghegoet te laten registreren.
Burgemeester Edward Borgher was woedend. Hij had immers zelf financieel voor-deel bij de aanleg van de snelweg. Bovendien was ook hij advocaat en hij en Harry Taelman konden elkaar niet luchten. Het werd dan ook een erezaak wie er aan het langste eind zou trekken.
Toen Tim De Sunne en Harry Jonglinc van het plan van de advocaat hoorden, waren ze beiden teleurgesteld. Ze hadden immers gehoopt dat Harry Taelman alles in het werk zou stellen om De Efterlanden ongeschonden te laten. Nu werd het duidelijk dat hij ervoor zichzelf een financieel slaatje trachtte uit te slaan.
Er begon tussen Edward Borgher en Harry Jonglinc een juridisch steekspel over de eigendom van het bewuste perceel. De snelweg had intussen Berghen bereikt, maar zolang er geen uitspraak was kon men niet door het gebergte gaan. Elke dag verloren de investeerders geld en na enkele maanden namen ze contact op met Harry Taelman om tot een vergelijk te komen. Dit gebeurde tegen de zin in van de burgemeester, want deze gunde het zijn collega niet.
Er kon een aanvang worden genomen met het dynamiteren van het gebergte. Na enkele weken was de weg door de Efterlanden geasfalteerd.
Maar ineens werden de werken stilgelegd. De zee lag slechts op dertig kilometers achter het gebergte en was de bedoeling om daar een havenstructuur te ontwikkelen. Maar ineens liep de we-reldeconomie terug en talrijke rederijen en overslag- en opslagbedrijven trokken zich terug.
Maar dit was niet de belangrijkste reden. De regering had de kosten voor de aanleg schromelijk overschat. Ze trachtte zich met alle middelen in het zadel te houden, viel uiteindelijk toch hard op de grond, en er volgde nieuwe verkiezingen.
Achter het gebergte werden de werken aan de snelweg nooit hervat. De Zinloze Weg was nu vervangen door een zinloze snelweg, al heeft men de naam nooit aan het overbodige asfalt gegeven.
Uiteindelijk waren alleen Harry Taelman en de familie Ghegoet beter geworden van de hele affaire. Tim De Sunne kwam de teleurstelling vlug te boven. Maar vooral voor Sebbe Jonglinc kwam het verdwijnen van de Zinloze Weg hard aan. Gelukkig is hij zijn jeugdig idealistisch nooit verloren.
François THIJS | 2016 - 2024
Alle rechten voorbehouden