DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA OF HOE HET EIGENBELANG ALTIJD PRIMEERT OP DE DEMOCRATIE

DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA OF HOE HET EIGENBELANG ALTIJD PRIMEERT OP DE DEMOCRATIE


Mijn informatie voor deze tekst haalde ik vooral uit het boek ‘Lies my teacher told me. Everything your American History Textbook Got Wrong.’ van James W. Loewen en van het internet.

Geopolitiek is zo oud als de mensheid. Maar laten we de machtige rijken uit het verleden even terzijde laten en kijken naar de periode na de Tweede Wereldoorlog.

In het begin van de vorige eeuw was er op aarde een machtige natie, waarvan de schepen de zeven zeeën van de hele wereld bevoeren. Het was Groot-Brittannië. De beide wereldoorlogen maakten een einde aan deze hegemonie.

Uit de brand van de Tweede Wereldoorlog verscheen er een andere speler op het internationale schaakbord. Het was de VS en tot op deze dag is deze natie nog altijd de heerser over het veld van de geopolitiek. Hun belangrijkste drijfveer was en is nog altijd de strijd tegen het communisme.


De inwoners van Guatemala dragen de weinig benijdenswaardige eretitel van eerste slachtoffers van de Amerikaanse geopolitiek.

Na een volksopstand, die zonder bloedvergieten verliep, werd in 1944 de toenmalige dictator Jorge Ubico het land uitgejaagd. Hij had sinds 1931 Guetemala met harde hand geleid.

In 1951 werd de sociaaldemocraat Jacoba Arbens Guzman tot president verkozen en de man had de euvele moed om te beginnen met landhervormingen. De Amerikaanse United Fruit Company, zag dit met lede ogen aan. Dit bedrijf had de bijnaam El Pulpo (de octopus), om haar politieke invloed in heel Centraal-Amerika. Om de economische belangen van dit Amerikaans bedrijf veilig te stellen organiseerde de CIA met steun van het Guatemalteekse leger een coup (Operatie PBSUCCESS). Guatemala verzeilde opnieuw voor dertig jaar in een dictatuur.

Zo was onder andere van 1982 tot 1983 Rios Montt dictator. Zijn regime viel samen met het hoogtepunt van de Guatemalteekse Burgeroorlog en hij wordt verantwoordelijk geacht voor 70.000 doden en vermissingen. In mei 2013 werd Rios Montt veroordeeld tot tachtig jaar gevangenisstraf voor misdaden tegen de menselijkheid. Onder andere voor genocide op de Mayabevolking.


In het Midden-Oosten vond de eerste Amerikaanse geopolitieke ingreep plaats in Iran. In dit land werd in 1951 Mohammed Mossadegh op een democratische manier verkozen tot minister-president. Hij streefde naar een staatsvorm waarin de macht van de sjah Mohammed Reza Pahlavi zou worden beperkt. Maar beide heren raakten gebrouilleerd en het eindigde ermee dat de sjah in augustus het 1957 het land ontvluchtte.

Mohammed Mossadegh had intussen de oliesector genationaliseerd en Groot-Brittannië, die er grote oliebelangen had, zag dit met lede ogen aan. Ze waren tot alles bereid om de olierechten weer in handen te krijgen.

Twee dagen na de vlucht van de sjah, pleegde het Iraanse leger een door de CIA en MI5 georganiseerde staatsgreep. Mohammed Reza Pahlavi keerde triomfantelijk terug en Mossadegh werd gevangengezet. Geopolitieke belangen smoorden de Iraanse democratie en het land belandde voor vele jaren in een dictatuur.

De verdere geschiedenis is gekend. De sjah, die zich had gekroond tot koning der koningen, en zijn familie leefden in rijkdom, herinner het decadente feest voor het 2 500-jarig bestaan van het Perzische rijk, terwijl de bevolking crepeerde van de armoede. Door nooddruft gedreven maakten de Iraniërs de weg vrij voor een andere dictatuur. Deze van de geestelijken toen in 1978 de verbannen ayatollah Ruhollah Khomeini weer op het toneel verscheen.

Als illustratie voor deze geschiedenis kan je eventueel kijken naar de openingsscene van Argo, in 2013 bekroond met de Oscar van 'Beste Film'.


Een kleinere vorm van de Amerikaanse geopolitiek speelde zich af in Libanon. In 1958 brak er in dit land een burgeroorlog uit, vooral gesteund door de Arabische bevolking die zich onderdrukt voelde.

Om aan deze volksopstand het hoofd te bieden riep de christelijke president Camille Chamoun, die een anticommunistische en prowesterse politiek voerde, de hulp in van de VS. President Eisenhower zond 15 000 mariniers om deze opstand te neer te slaan.


Ook in moord op Patrice Lumumba had de VS een hand. Hij was de eerste eerste-minister van (Belgisch) Congo, nadat onze voormalige kolonie in 1960 onafhankelijk werd.

Hij werd ervan verdacht van communistisch te zijn, het gevreesde spook, en naar het gekende recept ondergroef de CIA zijn positie door zijn tegenstanders te voorzien van geld, wapens en militaire training.

Zo werd de weg vrijgemaakt voor weer een dictator. Mobutu Sese Seko hield van 1965 tot 1997 Congo, later noemde hij het Zaïre, met harde hand onder de knoet. Hij ging de geschiedenis in als een van de corruptste dictators ooit.


Het triestigste hoogtepunt in de geopolitiek van de VS was zeker de Vietnamoorlog.

Voor de Tweede Wereldoorlog was Vietnam een Franse kolonie. Tussen 1945 en 1954 vocht het Frans leger een bloedige vrijheidsoorlog uit met de Vietminh, een communistische groep onder leiding van Ho Chi Minh. In 1954 werden de Fransen bij Dien Bien Phu in de pan gehakt.

De strijdende partijen kwamen overeen om Vietnam tijdelijk in twee te delen en in 1956 vrije verkiezingen te houden. In Zuid-Vietnam installeerde de VS een veramerikaniseerde Vietnamees genaamd Ngo Dinh Diem. Toen ze daarna weigerde de verkiezingen in 1956 te laten doorgaan, zat het spel opnieuw op de wagen. De Vietcong (Vietminh guerrilla's in het Zuiden) begonnen openlijk te rebelleren en de VS vond dat het tijd werd om in te grijpen.

Het werd een zeer vuile oorlog waarin de meest verwoestende wapens werden ingezet. Om een idee te geven: de VS gooide in deze oorlog drie keer zoveel bommen als tijdens de hele Tweede Wereldoorlog. Veel explosieven bevatten napalm, een zeer vernietigend bestanddeel. Ook werd er gebruik gemaakt van Agent Orange, om grote delen van het land te ontbladeren.

Mijn generatie herinnert zich stellig nog de gruwelijke beelden van deze oorlog. Voor de jongeren geef ik enkele trefwoorden, die ze zeker op internet zeker zullen vinden: het dorp My Lai, het meisje Kim Phuc, de boeddhistische monnik Quang Duc en B-52’s bombarderen Vietnam.

Er zijn ook films die de gruwelijkheden van deze oorlog duidelijk weergeven: Platoon, Full Metal Jacket, Apocalipse Now, Hamburger Hill, ... .

Zoals in de Bijbelse strijd tussen David en Goliath delfde ook hier de Amerikanen het onderspit. In 1975 naderden de Noord-Vietnamese troepen Saigon, de hoofdstad van Zuid-Vietnam. Er bleef de Amerikanen maar één uitweg. Het hazenpad kiezen! Op internet vind je foto’s van Amerikanen en Zuid-Vietnamese burgers die proberen met de laatste helikopters het land te verlaten. Na 20 oorlogsjaren bleven de Vietnamezen verweesd achter.

Het was de grootste nederlaag uit de Amerikaanse geschiedenis. Een klein land kreeg een grootmacht op de knieën.


Tijdens de Vietnamoorlog zat de VS ook niet stil in andere landen. In het begin van de jaren zeventig kregen ze Chili in het oog. Het werd hetzelfde liedje als in Guatemala.

In 1970 verkozen de Chilenen op een democratische manier Salvador Allende tot president. Dat zinde de Amerikanen niet. In hun ogen was Allende een communist. Meteen begonnen ze de Chileense samenleving te ondergraven. Internationale leningen werden geblokkeerd en oppositionele dagbladen, vakbonden, politieke partijen en het leger werden financieel ondersteund. Ook trainden Amerikaanse militaire adviseurs de Chileense strijdkrachten.

In 1973 pleegde dit leger een coup en Salvador Allende zag maar een uitweg. Hij pleegde zelfmoord.

De dictator Augusto Pinochet regeerde het land tot 1990 met harde hand. Het was een periode van een ongemene schending van de mensenrechten. Elke dag waren er moorden, martelingen en verdwijningen. Ook voerde hij een economische politiek die de rijken rijker maakte en de armen armer.

Henry Kissinger, de gewezen Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken zei ongezouten: ‘The United States should not and will not respect the electoral process or sovereignty of another country if the results not please us’. Een politiek die door de VS tot vandaag als richtsnoer wordt gebruikt in hun buitenlands beleid.


Ook een interessant hoofdstuk is Irak, de fakkel waarmee de Amerikanen, gevolgd door de slaafse Britten, het Midden-Oosten nog meer in brand hebben gestoken.

In 1963 eiste de toenmalige eerste minister Abdul Karim Qassem 20 % van de aandelen en 55 % van de winsten op van de Anglo-Amerikaanse Iraakse Petroleum Company (IPC). Het voorstel werd verworpen en daarom werd de IPC voor 99 % genationaliseerd. Met de steun van de VS greep de Ba’ath-partij van Saddam Hoessein de macht en de Westerse oliemaatschappijen werden opnieuw met open armen ontvangen.

Maar enkele jaren later volgde Saddam Hoessein het voorbeeld van zijn voorganger en ook hij nationaliseerde de oliemaatschappij.

In 1980 brak er tussen Irak en Iran een oorlog uit. Met de gedachte in het achterhoofd van: ‘De vijand van mijn vijand is mijn vriend,’ in het achterhoofd, begon de VS militair tuig aan de Irakezen te leveren, met onder andere ook chemische wapens. Alhoewel deze wapens door internationale verdragen waren verboden, blokkeerde de VS in de Veiligheidsraad een resolutie om Irak te verbieden om ze te gebruiken. Saddam Hoessein zette het door de Amerikanen geleverde gif in tegen zijn eigen bevolking, nadat de oorlog werd beëindigd in 1988.

Maar in 1990 overspeelde de president van Irak zijn hand, met de bezetting van Koeweit. In de Eerste Golfoorlog dreven de Amerikaanse troepen de Irakezen uit de oliestaat.

De Amerikanen begonnen de geopolitieke ambities van Saddam Hoessein te vrezen. Onder het valse voorwendsel dat de Irakezen zouden werken aan nucleaire wapens, vielen ze het land binnen. Weer verleenden de Britten de nodige steun. De schrijnende gevolgen van deze Tweede Golfoorlog halen nog elke dag het wereldnieuws.


Afghanistan kwam als volgende aan de beurt. In december 1979 vielen Russische troepen het land binnen en vestigden er een communistisch regime. De indringers werden bestreden door de taliban, een groepering van islamitische fundamentalisten. Ze duldden geen ongelovigen op hun grondgebied. De Amerikanen steunden de gelovigen met militaire adviseurs, geld en wapens.

Toen de Russen uiteindelijk waren verdreven, werd het land een broeinest van islam fundamentalisme. Weer schoten de Amerikanen zichzelf in de voet, want de taliban keerden zich tegen hen. Ze boden onder andere onderdak aan Osama Bin Laden, die de 9/11 aanslagen op het World Trade Center en het Pentagon plande. De VS eiste de uitlevering van de man, maar dit werd door de taliban geweigerd.

In oktober 2001 vielen de Amerikanen in de operatie Enduring Freedom het land aan. Ze werden daarbij weer gesteund door de Britten, maar ook door Australië en enkele NAVO- bondgenoten. Een oorlog die tot vandaag nog altijd verder smeult, en af en toe opflakkert.

De film Rambo III speelt zich af in Afghanistan. Deze Amerikaanse held moet er een vriend uit de handen van de Russen redden. De oorspronkelijk versie eindigt met de woorden: ‘This film is dedicated to the brave Mujahideen fighters of Afghanistan’, maar na 9/11 veranderde men ze wijselijk in: ’This film is dedicated to the gallant people of Afghanistan’


Is er dan niemand ontsnapt aan de Amerikaanse geopolitiek? Jawel, en daarvoor moeten we niet eens zo ver uit de buurt gaan van de VS. Cuba is nooit beland in de geopolitieke tentakels van hun buurland. Verschillende Amerikaanse presidenten hadden er veel voor over om Fidel Castro, de ‘commendante en jefe’, naar de geschiedenisboeken te verwijzen, maar hij is er eerst in beland na een natuurlijke dood in 2016.

In 1961 probeerde rechtse Cubaans ballingen, gesteund door de CIA, het Cubaanse communistische (weer hetzelfde spook) regime omver te werken. De invasie vond plaats in de Varkensbaai en de bannelingen liepen er een smadelijke nederlaag op. Deze poging dreef het land nog sterker in de armen van de Sovjet-Unie.

Het pad van de invasies werd verlaten en er werd gezocht naar andere oplossingen. Moordaanslagen. In het Museum van Binnenlandse Zaken in Havanna is een afdeling over de honderden complotten die de Amerikanen hebben gesmeed om Fidel Castro uit de weg te ruimen. De man moet onder een gunstig gesternte zijn geboren, want hij stierf in bed op de gezegende leeftijd van negentig jaar.

Zijn ‘compagnon de route’ Ché Guevara, het grootste icoon uit de 20ste eeuw, had veel minder geluk. Zijn zwerftocht, om wereldwijd de revolutie verder te zetten, bracht hem ook naar Bolivia. Daar kon de CIA, met de medewerking van het Boliviaans leger, hem in 1967 toch te grazen nemen. Hij werd meteen gefusilleerd.


De VS noemt zich de grootste democratie van de wereld. Dit woord doet ons weer denken aan rechtvaardigheid. Maar het is duidelijk dat ook de zo geroemde democratie niets met een rechtvaardige wereld heeft te maken.


Antwerpen, 2 mei 2017


François Thijs, een gewone burger