HET VERHAAL VAN JAN TORFMAN

HET VERHAAL VAN JAN TORFMAN.

DEEL 1

De hoofdpersoon Jan Torfman zit in een versleten fauteuil voor een eenvoudige hut. Hij kijkt naar een rivier, die stroomt in de voormalige kolonie van zijn vaderland en mijmert over zijn huidig leven. Maar hij denkt ook aan zijn toekomst. Zal hij hier zijn laatste levensdagen doorbrengen? Of zal hij terugkeren naar het land waar ooit zijn wieg stond?


DEEL 2

De belangrijkste voorouder van Jan Torfman droeg dezelfde naam. Hij was de zoon van een eenvoudige boerenknecht die, om aan het leven in zijn geboortedorp te ontsnappen, na zijn militaire dienst een contract als beroepsmilitair tekende. In de toenmalige kolonie braken er onder de plaatselijke bevolking onlusten uit, en het moederland verkoos om die met bruut geweld neer te slaan. Jan Torfman meldde zich aan als een van de eersten voor die taak. Tijdens de bewuste veldtocht viel hij op door zijn roekeloosheid en hij zag er ook niet tegenop om buitensporig geweld te gebruiken. Nadat de opstand was neergeslagen, bleek hij de meest gelauwerde militair te zijn. Hij vertrok als korporaal, maar terug op vaderlandse bodem kreeg hij de strepen van adjudant-chef, de op een na hoogste onderofficiersgraad.


DEEL 3

Rudolf Cornoit, een telg uit een oud adellijk geslacht, was met de rang van luitenant-kolonel de hoogste officier in de kazerne, waar Jan Torfman was gelegerd. Elk jaar vonden er regimentsfeesten plaats, en dan was zijn hele familie aanwezig. Daar gebeurde iets, wat ze nooit voor mogelijk had gehouden. Een van Rudolfs zussen viel als een blok voor de patente adjudant-chef Jan Torfman. Ze heette Pauline, was negentien jaar en uitgegroeid tot een frêle schoonheid. Toen de familie zich bewust werd van de plotse verliefdheid van het meisje, viel dit absoluut niet in goede aarde. Men stelde alles in het werk om te voorkomen dat deze hartstocht ooit zou worden geconsumeerd. Maar dat was tevergeefs. Pauline werd zwanger. Toch probeerde men haar nog een huwelijk uit het hoofd te praten, maar dat was boter aan de galg. Ze dreigde zelfs om zich te verdrinken in de kasteelvijver. De familie kon niets anders doen dan zwichten. Het huwelijk werd voltrokken in intieme kring. Eerst had men nog de naam van het nieuwe familielid laten veranderen in Jean de Tormanne. Het echtpaar vond hun thuis op het domein De Lugtelaer, een van de hoven van plaisanterie van de familie.


DEEL 4

Jean de Tormanne was de betovergrootvader van de jonge Jean de Tormanne, die bij zijn geboorte nog zo heette. Bij de eerste mannelijke baby stond het al vanaf het begin vast, dat die was voorbestemd voor een carrière in het leger. Jean groeide op in een gezin met vier kinderen. Hijzelf, dan kwamen zijn broers Rudolf en Maurice en zusje Pauline sloot de rij. Daarom lag er ook een militaire loopbaan op hem te wachten.


DEEL 5

Toen Jean naar de cadettenschool ging, overleed zijn moeder in het begin van de maand februari, als gevolg van een ongeval met haar paard. Zowel de vrouw als haar man waren verwoede ruiters. Het duurde maar enkele maanden voordat Jean zijn vader met een andere vrouw voor het altaar stond. Ze heette Maria Lombecq en het was een weduwe. Ze kwam uit een familie, van wat men soms smalend ‘nouveau riche’ noemt’. Ze bracht niet alleen geld mee, wat de vader best kon gebruiken, maar ook twee kinderen. Barbara was de oudste en een hautain meisje. En David was een grienerig ettertje.


DEEL 6

Maar het geluk van Jean zijn vader bleef niet lang duren. Barbara was het lievelingetje van haar vader geweest en David was de oogappel van zijn moeder. En het boterde niet tussen die twee. Op een dag maakte David een zware val van een trap en moest in allerijl naar het ziekenhuis worden vervoerd. Hun moeder was niet van het idee af te brengen dat Barbara haar broer van de trap had geduwd. Ze pakte haar spullen en dit betekende het einde van het huwelijk. Barbara bleef wel daar wonen, omdat haar stiefvader in haar een soulmate had gevonden. Ze was immers een beloftevolle amazone.


DEEL 7

Jean de Tormanne beëindigde de cadettenschool. In de weekends vermeed hij om zo veel mogelijk naar huis te gaan . Vaak logeerde hij bij zijn schoolkameraad Peter, van wie de vader bakker was. Tijdens de nacht van zaterdag op zondag stond hij mee aan de ovens.


DEEL 8

Jean de Tormanne droeg nu de strepen van sergeant op zijn mouw, maar dat was natuurlijk niet voldoende voor zijn vader. Het volgend schooljaar stapte hij de Hogere School voor Officieren binnen. De belangrijkste gebeurtenis tijdens die drie jaar was dat zus Pauline trouwde.


DEEL 9

Jean de Tormanne was nu onderluitenant. Zonder hem daarvan op de hoogte te brengen, was zijn vader al op zoek gegaan naar een geschikte plek. Zo belandde zijn zoon in de kazerne Gérard de Dhoen. Maar elke dag werd zijn afkeer van het militair uniform groter en groter. Maar hij was gebonden aan een vijfjarig contract, zodat hij de hele tijd zou moeten verbijten. De belangrijkste gebeurtenis tijdens die vijf jaar was ook een huwelijk. Zijn broer Rudolf trouwde met zijn stiefzus Barbara.


DEEL 10

Eindelijk was daar de laatste dag van het vijfjarig contract en Jean de Tormanne verliet met slaande deuren de kazerne. Het betekende ook een volledige breuk met zijn vader, zijn broer Rudolf en zijn stiefzus Barbara. Hij liet meteen zijn naam veranderen in Jan Torfman. Maar hij moest natuurlijk met iets zijn ‘brood’ verdienen, en dat woord gaf hem een antwoord. Hij ging als bakkersgast in de leer bij de vader van zijn vroeger schoolkameraad Peter. Daarna bekwaamde hij zich bij een andere plek. Om daarna een eigen bakkerszaak op te starten.


DEEL 11

 Op zijn veertigste verjaardag kreeg Jan Torfman een telefoon van zijn broer Maurice. Zijn vader was overleden. Het was testamentair vastgesteld dat de oudste zoon eigenaar werd van het domein De Lugtelaer. Toen hij na de begrafenis de woning betrad, kwam Jan Torfman in een leeg huis. De inboedel was volledig verdwenen. Hij haatte die woning hartgrondig, en geen haar op zijn hoofd dacht eraan om daar te wonen. Het speelde ook mee dat hij zich zeer gelukkig voelde in zijn bakkerszaak. Nu boden de testamentaire voorwaarden wel een uitweg. Er stond niets vermeld over een mogelijke verkoop. Wellicht had niemand van de familie de Tormanne dat ooit voor denkbaar gehouden dat een telg het in zijn hoofd zou halen om het domein te verkopen. Zijn broer Rudolf probeerde dit te verhinderen, maar zijn pogingen waren tevergeefs. Ineens beschikte Jan Torfman over een enorm kapitaal. Een aantal weken pijnigde hij zijn hoofd erover, wat hij met dat geld zou doen. Toen dacht hij ineens aan de oorlogsmisdaden van zijn voorvader Jean de Tormanne. De oplossing lag voor de hand. Hij zou met dat geld zo veel mogelijk de nood lenigen van de huidige bevolking in dat gebied.


DEEL 12

Op een maandagochtend vertrok Jan Torfman naar de voormalige kolonie en liet zich met een binnenlandse vlucht naar de bewuste streek brengen. Maar hij keerde teleurgesteld terug, omdat het hem een uitzichtloze missie leek.


DEEL 13

Omdat hij niet kon bedenken hoe hij zijn filantropische idealen in daden zou kunnen omzetten, verzandde Jan Torfman in een diepe depressie. Een opname in een psychiatrische kliniek drong zich op. Daar trok hij zich terug in zijn eigen gevoelswereld. In zijn fantasie leefde hij de rest van zijn dagen tussen de inwoners van de vroegere kolonie. Jan Torfman stierf toen hij eenenvijftig jaar was. Na zijn dood pakten zijn broer Maurice en zus Pauline de zaken praktischer aan. Met het nog beschikbare kapitaal richtten ze de ‘Stichting Jan Torfman’ op, die enkele ontwikkelingsprojecten ondersteunde in de voormalig kolonie. Ook zijn vroeger bakkerszaak bestaat nog en draagt nog altijd de naam ’Jan Torfman’.