IS ER OPNIEUW EEN MOMENTUM VOOR EEN POLITIEK INITIATIEF.

IS ER OPNIEUW EEN MOMENTUM VOOR EEN POLITIEK INITIATIEF?


De laatste maal dat ons land maatschappelijk in zeer zwaar weer vertoefde, was in de jaren negentig tijdens de Dutroux-periode. Er heerste toen bij de Belgische bevolking een enorme onvrede over hoe dit dossier door de politiek, de justitie en de politie werd behandeld. Overal richtte men witte comités op en het ongenoegen werd geventileerd in de zogenoemde Witte Mars. Op 20 oktober 1995 trokken 300 000 betogers door de straten van Brussel. Ik herinner me nog goed de overvolle treinen, die naar onze hoofdstad reden. Het was een van de grootste betogingen, die België ooit heeft gezien.


Er gistte toen allerlei in de samenleving en de tijd leek rijp voor nieuwe politieke initiatieven. Het belangrijkste was dit van Paul Marchal, een van de getroffen ouders. In het kielzog van de Witte Mars startte hij met de PNP - Partij voor een Nieuwe Politiek. Op een zeker ogenblik haalde die partij bijna 10 % in de peilingen. Maar Paul Marchals partij ging ten onder aan intern gekrakeel.


Niet alleen de PNP begon als een satelliet in de Belgische, politieke kosmos rond te draaien, maar er waren ook anderen die hun kans schoon zagen. Miljonair Roland Duchâtelet zette zijn partij Vivant op poten. En er waren nog meer partijtjes en verenigingen die zich geroepen voelden. Om er enkele in herinnering te brengen: WOW (Waardig Ouder Worden), ID21, Wit, STEM, DEMO, SOLIDE, DELTA, Alliantie-Alliance.


Er werden pogingen ondernomen om van die kleine en nog kleinere satellieten een volwaardige planeet te maken. De PNP van Paul Marchal deed niet mee aan dit overleg. Hij had immers beslist om cavalier seul te spelen, en eindigde niet veel later met zijn partij in de afgrond.


Natuurlijk kon iedereen met wat gezond verstand voorspellen dat dit overleg tot mislukken gedoemd was. De oorzaken lagen zo voor de hand. Het zou sommige goedbedoelende zielen van toen onrecht aandoen om het een slangenkuil te noemen, maar het was zeker een krabbenmand. Of een allegaartje. Er liep gewoon geen rode draad doorheen dit geheel, om het tot een goed einde te brengen. Sommigen waren Vlaamsgezind, anderen overtuigde Belgicisten. De politieke ideeën laveerden van rechts naar links. En de nodige opportunisten en grote ego’s doken natuurlijk ook op.


Terugblikkend op die periode waren de drie belangrijkste spelers ID21, PNP en Vivant. Over de PNP hebben we het al gehad, de partij van Paul Marchal, een man met wie geen land te bezeilen viel. Natuurlijk was hij door het verlies van zijn dochter zwaar getraumatiseerd. Je zou het voor minder.


Dan was er VIVANT van de miljonair Roland Duchâtelet, die ik persoonlijk altijd een vreselijke man heb gevonden. Ik heb hem enkele malen in vergaderingen meegemaakt en hij gaf mij altijd een licht autistische indruk. Ook liet hij dikwijls met een spottend lachje blijken dat hij op andere mensen neerkeek. Zijn emotionele intelligentie was nihil, wat toch belangrijk is in de politiek, en hij besteedde zijn geld, wat trouwens zijn goed recht was, alleen aan initiatieven die zijn ego streelden. Ik veronderstel dat hij heel wat geld in Vivant heeft gestoken. Resultaat nihil.


Dan had je nog ID21, Dit partijtje was vooral goed voor Bert Anciaux (later Spirit en daarna sp.a), die zich zo kon blijven verzekeren van een politiek mandaat. Tot op vandaag de dag! Ook Vincent Van Quickenborne spon er garen bij. Het bracht hem aan de politieke oppervlakte.


In verband met die jongeman is er me altijd een artikel uit die dagen bijgebleven. Gopress is natuurlijk een fantastisch werktuig om zoiets boven water te halen. De kop luidde: ‘De dwaallichtjes van de vernieuwing’, en verscheen in De Morgen op 13 maart 1998. Het was van de hand van Bart Brinckman. Wat lezen we er onder andere? ‘Medestanders van het eerste uur rillen bij het vooruitzicht dat uitgerekend Van Quickenborne de verpersoonlijking wordt van die vernieuwing. In kringen van het Sienjaal wordt hij daarom geklasseerd als de "boer De Clerck van de politiek", een arrivist van het zuiverste water die de emocratie zijn gedachtegoed laat bepalen.’


Ik heb met de bewuste man ooit nog pamfletten uitgedeeld op de Gentse feesten, toen we beiden lid waren van de vzw STeM, de vereniging rond klokkenluider Willy Vermeulen. Het was het jaar 1997 en Vermeulen ontving samen met Rob Druyts en Eddy Suys (drie klokkenluiders) op die dag de Prijs voor de Democratie. Het zal wellicht aan mijn beperkt inschattingsvermogen liggen, Albert Einstein zou ooit gezegd hebben dat intelligentie alleen zichtbaar is aan degenen die het zelf bezitten, en de kans is groot dat ik niet tot die categorie behoor, maar dat die man zo een politieke carrière heeft kunnen uitbouwen, verbaast me tot op de dag van vandaag. Maar ja, wellicht had De Morgen het bij het rechte eind en is Quickie gewoon het zoveelste bewijs dat opportunisme in de politiek loont.


Als je in 2020 het resultaat ziet van dit alles dan is de spoeling meer dan dun. Met andere woorden, alleen Bertje Anciaux en Quickie zijn er beter van geworden. Voor de rest bleef alles bij het oude en de karavaan trok verder.


Nu zijn we zo veel jaar later en voor degenen die hun kop niet in het zand steken, gist er opnieuw allerlei in de samenleving. En de kans bestaat dat het gistingsproces nog groter is dan in de Dutroux-periode. Er zijn natuurlijk geen woorden te vinden voor wat er toen met die meisjes gebeurd is, en het raakte de bevolking tot in het diepst van haar ziel. Maar nu leeft bij een belangrijk deel van de bevolking een nog grotere vrees. Dat ze zullen getroffen worden tot in het diepst van hun portemonnee. En ik wil zeker niet cynisch doen, maar meestal vindt men dit nog erger dan geraakt worden in de ziel. Vooral als het over je eigen portemonnee gaat.


In de maand november van vorig jaar kon je in de meeste kranten lezen dat België afstevent op een begrotingstekort van 2,3 procent van het bruto binnenlands product. Ons land is daarmee, samen met Italië, de slechtste leerling in de hele eurozone. In gewone volkstaal betekent dit dat het geld op is, en dat de man en de vrouw in de straat, om een versleten cliché te gebruiken, het gelag zullen moeten betalen.


Als een massa gist en de druk op de ketel wordt te groot, dan loop je natuurlijk de kans dat het zaakje ontploft. In politieke taal betekent dit revolutie. Maar zover zal het in ons land natuurlijk niet komen. Daar heeft de doorsnee bevolking het nog te goed voor. Bij ons zit er altijd nog wel een ontsnappingsventiel op de ketel. In de Dutroux-periode was dit de Witte Mars, maar hoe zou dit ontsnappingsventiel er in 2020 kunnen uitzien? Door te stemmen voor uiterst links of rechts, waarbij vooral uiterst rechts er garen bij zal spinnen.


Eén zekerheid mag je voor waar aannemen. Van de traditionele partijen moet je niet veel soelaas verwachten. Ze zitten te veel verankerd in het systeem. En wie voelt zich geroepen om in het eigen vlees te snijden? Dus blijft de vraag: ‘Wie zou zich vandaag geroepen kunnen voelen om mogelijk met een nieuw politiek initiatief te beginnen?’


Dan denk ik in de eerste plaats aan Hendrik Vuye, de professor staatsrecht, die voor de N-VA op een blauwe maandag in de Kamer heeft gezeten. Op Wikipedia kan je in detail lezen hoe het komt dat hij geen lid meer is van die partij. Had betrokkene zijn mond dicht gehouden, dan had hij tot het einde van zijn dagen in de pluche kunnen blijven zitten, maar rechtlijnigheid kent nu eenmaal zijn prijs.


In het Nieuwsblad van 2 mei 2018 lees ik in een interview met Hendrik Vuye en Veerle Wouters, zijn compagnonne de route, onder andere het volgende:


‘We gaan nu voluit ons eigen programma schrijven. Daarna willen we mensen vinden die met ons mee willen stappen in dat verhaal. We willen ons in 2019 opnieuw verkiesbaar stellen, maar we gaan niet met tweehonderd per uur met onze snuit tegen de muur lopen’ zegt Vuye. De nieuwe partij zal behalve op Vlaams-nationalisme ook meer op het “socialere gedachtegoed” focussen, zegt hij.

‘Het probleem is dat het Vlaams-nationalisme helemaal aan de rechterkant zit”, zegt Wouters. “Ik ben opgegroeid met de oude Volksunie. Dat is anders dan de N-VA van vandaag. Wij hebben dat altijd gezegd: de partij wordt té rechts, té radicaal. Ik ben blij dat ik weg ben. Met een groot aantal dingen die vandaag in de N-VA gebeuren, had ik niet kunnen leven.’

Na mijn SP-verleden, ben ik meer dan 10 jaar politiek dakloos geweest, Als eindresultaat van de problemen in de Volksunie zag de Nieuwe Vlaamse Alliantie toen het levenslicht. Hoewel ik nooit lid ben geweest van de Volksunie, vond ik dat deze partij wel iets had. Wat ik vooral waardeerde was de strijd tegen de verzuiling, de rechtlijnigheid, voor zover dit in de politiek mogelijk is en je niet van de macht hebt geproefd, en een licht anarchistisch trekje. Vaak heb ik voor die partij gestemd in de persoon van André De Beul. Ook het non-conformisme van een Willy Kuypers sprak mij aan. Dit was het beeld dat ik in het begin van de jaren 2000 over de vergane Volksunie had, daarbij vergetend dat er natuurlijk ook mandatarissen rondliepen met een veel rechtser profiel.

Ik ben dan enkele jaren lid van de N-VA geweest, maar ik had vanaf het begin kunnen weten dat dit op niets zou uitdraaien. Om eerlijk te zijn heb ik even geprobeerd om mee te draaien met de wind, maar als dit niet in je karakter ligt, komt de aard van het beestje toch naar boven.


Ook wil ik een aantal uitspraken aanhalen van Hendrik Vuye en Veerle Wouters uit de Knack van 13 maart 2019.


Vuye: ‘Ons particratieboek komt nog uit met de Boekenbeurs. Ik zou met Veerle graag verder doen als auteurscollectief. Dat hangt vooral af van haar.’


Vuye: ‘Persoonlijk heb ik het wel gehad met dat theater in de Kamer, maar ik wilde wel nog eens mijn schouders zetten onder een nieuw project.’


Wouters: ‘Zeker omdat de volgende verkiezingen niet zullen gaan over koopkracht, migratie of het klimaat. Wel over het wantrouwen in de politiek. Er wordt niet meer geluisterd naar de mensen, het leeft dat de politici niets doen met wat hun vanuit de samenleving wordt aangereikt. Wij klagen zaken aan, de politiek kijkt ernaar en doet niets. In het beste geval komen ze aanzetten met intendanten. Is dat niet gewoon wat ministers moeten doen?’


Vuye: ‘Iedereen voelt aan dat er iets niet meer klopt in dit land. Dat algemene onbehagen verklaart het succes van Forza Ninove en de gele hesjes. Nogmaals: de situatie voor een forum als Gezond Verstand is vandaag veel gunstiger dan in 2007, toen Dedecker doorbrak met vijf LDD’ers in de Kamer. Helaas, het is voorbij. Maar van mij geen verkeerd woord over Jean-Marie. Na alles wat hij heeft meegemaakt, is het zijn goed recht om te kiezen voor levenskwaliteit. Ik kan niet kwaad zijn op hem.’


Toch heb ik hierover enkele opmerkingen.


Hendrik Vuye stelt dat hij nog weleens zijn schouders zou willen zetten onder een project. Dat kan natuurlijk nog altijd. De man is een jonge vijftiger. De meest aangewezen vorm is misschien een soort van denktank, en dan kan men nog altijd zien of dit kan uitgroeien tot een nieuwe partij.


Of ‘Gezond Verstand’ daarvoor een juiste naam was laat ik in het midden. De meeste mensen vinden immers van zichzelf dat ze gezond verstand hebben. De vzw STeM, waarvan ik ooit op een blauwe maandag voorzitter ben van geweest, is gegroeid uit een initiatief van klokkenluider Willy Vermeulen. Als ik me door mijn fantasie zou laten leiden, zou ik eerder denken aan 'Luid de Klok’. Die naam zou verwijzen naar klokkenluiders, mensen die wantoestanden aan de kaak stellen, maar in vroegere tijden werd de klok ook geluid bij gevaar. De slogan zou kunnen zijn: ‘Luid samen met ons de klok!’ In de weken voor de verkiezingen zou je dan kunnen rondgaan, zoals de stadsomroepers, de ‘bellemannen’ van vroeger, met een bel. Maar dat is gewoon een fantasietje.


Waar ik wel moeite mee heb is de stellingname van Hendrik Vuye over Jean-Marie Dedecker. Ik vind dat hij daar veel te omzichtig in is. Ten eerste heeft hij met op de lijst te gaan staan bij de N-VA toch de uiteindelijke doodssteek gegeven aan ‘Gezond Verstand’. Hij heeft aan die lokgroep niet kunnen weerstaan. Als je dat dan een keuze noemt voor levenskwaliteit. Tja, wellicht is Hendrik Vuye zo voorzichtig geweest omdat hij alle bruggen met Dedecker niet wil opblazen. Anders kan je je wel afvragen hoeveel kredietwaardigheid die op dit ogenblik nog heeft. Zeker nog wel in West-Vlaanderen, maar hoe zit het in de andere provincies?


Ik wel deze overwegingen op een bevestigende manier besluiten: ‘Ja, er is vandaag inderdaad een momentum voor een nieuw politiek initiatief!’


Antwerpen, 23 januari 2020

François THIJS,

noch meester, noch knecht.