DE WEG NAAR HET FASCISME IS GEPLAVEID MET GOEDE VOORNE-MENS - DEEL 1.

DE WEG NAAR HET FASCISME IS GEPLAVEID MET GOEDE VOORNE-MENS - DEEL 1.

Als je commentatoren, journalisten, politici en meer van deze praatorakels in de media hoort, kan je niet anders dan veronderstellen dat, ondanks de groeiende kritiek op de Europese Unie, uiteindelijk alles wel op zijn pootjes zal terechtkomen. Maar ik vrees dat ze de toekomst van deze mastodont toch wat te rooskleurig voorstellen. Ik hoop uit het diepst van mijn hart dat we later niet moeten vaststellen dat de weg naar het fascisme altijd is geplaveid met goede voornemens.

 

Vorige zondag belandde ik toevallig in het NPO-programma Buitenhof. Op dat ogenblik was de VUB professor Jonathan Holslag aan het woord. Omdat ik deze man al eerder kort in een discussieprogramma had gehoord, en hij wel wat interessants had te vertellen, al was zijn naïviteit me toen al opgevallen, besloot ik om later de uitzending opnieuw te bekijken. Laat me al zeggen dat op het einde van dit positief beeld geen spaander overbleef.

Bij presentator Marcia Luyten zaten naast Jonathan Holslag ook Europarlementariër voor D66 Marietje Schaake en oud kandidaat voor de rechts-conservatieve partij VNL Alexander Sassen van Elsloo aan tafel. De discussie ging over de Franse verkiezingen, de miljoenen Le Pen kiezers in dat land, maar vooral over de toekomst van de EU. En het was niet verwonderlijk dat de goede voornemens weer voor de zoveelste keer over de tafel vlogen.

 

Met grote voorsprong schoot de VUB professor de hoofdvogel af. Met een soort van heilig vuur, dat je eerder van een gedreven dominee of pastoor op de kansel zou verwachten, dan van een professor, spoot Jonathan Holslag de gemeenplaatsen in het rond:

Meer tewerkstelling om de werkloosheid te laten dalen;

Opportuniteiten aangrijpen om Europa te hervormen en ervoor zorgen dat Europa doet wat ze hoort te doen;

De EU moet de economische belangen van de 500 000 000 Europeanen beter verdedigen.

De EU moet zorgen voor meer veiligheid;

De EU moet de identiteit aanmoedigen en op scherp zetten;

Steden, regio’s en lidstaten moeten op een positieve manier hun eigen identiteit overeind zetten;

Kijken naar waar de waarden van een maatschappij liggen: democratie, mensenrechten, vrijheid;

De lidstaten moeten beter onderwijs neerzetten, zorgen voor een goede gezondheidszorg en dingen produceren die waardevol zijn;

De EU functioneert niet naar behoren en de bureaucratische cultuur stoort mij ook;

De lidstaten hebben zelf nog de hefbomen om een eigen beleid te voeren inzake cultuur, onderwijs, industrieel beleid;

Dat we met een verdeeld Europa – pro EU en sceptici – in een uitputtingsslag geraken;

We moeten moet de 500 000 000 EU-burgers de economie opnieuw inrichten. Hoe willen we de economie in de toekomst ontwikkelen die de waardigheid, het welzijn en de zekerheid van de bevolking centraal stelt;

De EU-burger moet ‘zichzelf’ meer betrekken bij het EU-beleid. Er bestaan mogelijkheden om bepaalde punten op de EU-agenda te plaatsen;

Wat de boodschap naar burgers moet zijn, in welke context dan ook, is dat we moeten stoppen om ons te wentelen in machteloosheid. En dat politici ook moeten stoppen om aan burgers eigenlijk een alibi te geven om zich te machteloos te voelen. We hebben meer dan eender waar in de wereld de mogelijkheid om onze samenleving vorm te geven. We hebben vrijheid, we kunnen onze mening uiten via sociale media, we hebben een stem op al die verschillende niveaus, we hebben koopkracht, we hebben vermogen. Een gemiddelde Nederlander is tienduizenden EURO’S waard. Wel met die koopkracht kunnen je de economie vormgeven, kun je je lokale samenleving vormgeven… ’

Het is duidelijk dat Jonathan Holslag, zoals dominees en pastoors, ook gelooft in sprookjes. Al zijn deze van hem wel van een andere soort. Je kan vandaag al met zekerheid voorspellen dat van deze goede voornemens niets in huis zal komen.

 

Ik hoop dat je van Holslags sloganeske taal nog geen indigestie hebt gekregen, omdat de klapper nog moest komen. Toen het programma naar zijn einde liep, stelde presentator Marcia Luyten de pertinente vraag: ‘Hoe spreekt u de burgers aan die zich op dit ogenblik in boosheid of rancune afwenden van de politiek? Hoe krijgt u die in een actief burgerschap?’ Praatorakels tonen nooit hun eigen onmacht en weten op alles wel een antwoord te verzinnen: Er volgde van hetzelfde gewauwel, maar wel in overdrive:

Er zijn een aantal uitdagingen. Eerst is het aan politici om voor een stuk een toekomst uit te stippelen, waarbij de waardigheid op peil wordt gehouden en vooral het pad daar naartoe. We willen jobs hé, bijvoorbeeld Le Pen haalt heel veel van haar stemmen uit arme gebieden in Frankrijk en gebieden waar je een flinke frictie hebt tussen minderheden en autochtonen. Hoe gaan we daar nu die steden her ontwikkelen, zodat mensen op een mooie manier kunnen samenleven. Wat hebben we daar voor nodig? Lokale tewerkstelling. En hoe krijgen we die industrie terug rondom die steden? Wat hebben we daar voor nodig om die industrie terug te krijgen. Wel aan de ene kant een sterk handelsbeleid met valse concurrentie van buiten uitsluiten. Dit is iets wat je op Europees niveau doet. Maar aan de andere kant denk ik ook het herinrichten van een economie met nieuwe duurzaamheidsprincipes, met nieuwe kwaliteitsprincipes zodanig dat ondernemers die op een positieve manier het verschil willen maken ook kansen krijgen. En dat is iets wat lokaal doet hé. Dat is iets wat burgers moeten belonen met hun eigen middelen. Elke EURO is een stem en het is aan burgers voor ondernemers die lokaal waardevolle dingen doen. Je kunt die dingen perfect combineren.

 

Er waren nog twee andere tafelgasten. Over Marietje Schaake kan ik kort zijn. Je gaat natuurlijk nooit je eigen broodheer afvallen als je zelf Europarlementariër bent. Ze wentelde zich in hetzelfde gewauwel als Holslag, maar gelukkig in een veel minder volume. Verder is ze lid van D66, je weet wel het clubje van links denken en rechts vangen, en die liggen bij mij niet in de bovenste lade. Regelmatig zat ze de professor met veel bewondering aan te kijken.

 

De meest gunstige indruk maakte Alexander Sassen van Elsloo op me. Ik vond hem het meest verstandige van de drie. Al heb ik natuurlijk een grote hekel aan het economische deel van het conservatief liberalisme, toch kan ik me volledig vinden in hun verhaal over de directe democratie.

 

Over de EU kan je op dit ogenblik maar een zaak duidelijk zeggen. Onderzoeken, als professor moet je daar toch wel tuk op zijn, tonen aan dat rijken rijker worden en armen armer. Deze tweedeling zet zich verder, alleen weet op dit ogenblik niemand waar het eindpunt ligt. En al dat gewauwel gaat daar niets aan verhelpen. Daarom hoop ik dat het nooit wordt bewaarheid dat de weg naar het fascisme is geplaveid met veel gewauwel… sorry, met goede voornemens.

 

Antwerpen, 2 mei 2017

 

François Thijs,

noch meester, noch knecht.