HET SLACHTHUIS IN TIELT OF GELDELIJK GEWIN WINT HET ALTIJD VAN DIERENWELZIJN

HET SLACHTHUIS IN TIELT. OF GELDELIJK GEWIN WINT HET ALTIJD VAN DIERENWELZIJN.

Al vele jaren levert de dierenorganisatie GAIA, waar ik trouwens lid van ben, strijd om in ons land het doden van dieren zonder verdoving te verbieden.

Omdat GAIA vooral haar pijlen richt op deze manier van slachten, zou je kunnen denken dat er bij het verdoofd doden geen vuiltje aan de lucht is. Hoe werden we door de wantoestanden in het slachthuis van Tielt uit onze dromen geholpen. Hoe is het mogelijk dat dit jarenlang onder de radar is gebleven!

Terecht besteedde GAIA de afgelopen maanden veel aandacht aan het ontoelaatbaar leed van proefdieren in het UZ, Jette Campus van de VUB, maar het dierenleed dat zich de klok rond afspeelde in de industriële slachterijen is haar blijkbaar ontgaan.


Het bewijst voor de zoveelste keer dat dierenmishandeling een kwaal is, die zich moeilijk laat uitroeien. Altijd als er een zaak aan het licht komt, en wordt uitvergroot in de media, laaien de emoties hoog op, maar ze gaan weer even vlug liggen.

Nu roert Ben Weyts, de minister van Dierenwelzijn, opnieuw de grote trom. Een onafhankelijke instantie gaat werk maken van een volledige doorlichting van alle slachthuizen in Vlaanderen.

Door de jaren heen heeft er zich in mijn denken een soort van alarmsysteem ontwikkeld, dat begint te rinkelen altijd als ik het woord ‘onafhankelijk’ hoor. In mijn machteloosheid kan ik Ben Weyts alleen maar het voordeel van de twijfel geven. Hopelijk kijkt GAIA vanaf nu bij het dierenwelzijn in de slachthuizen ook beter uit haar doppen.


Verder wil deze minister van de Vlaamse regering dat de fulltime functionaris voor dierenwelzijn, die verplicht is in de slachthuizen, in de toekomst een meer onafhankelijke positie zou krijgen.

‘Nu wordt die functionaris nog aangeworven door de exploitanten zelf. Het zou beter zijn dat de functionaris een meer onafhankelijke positie krijgt en in alle onafhankelijkheid kan rapporteren, zonder dat hij moet vrezen voor sancties van de exploitant.’

Had de wetgever ook dat alarmsysteem gehad, dan had hij op voorhand kunnen weten dat een ‘onafhankelijke’ functionaris dierenwelzijn, die wordt betaald door de slachter zelf, gewoon is om te lachen. Zo werk je de mistoestanden gewoon zelf in de hand.


Als er in de industriële vleessector weer een geval van dierenmishandeling boven water komt, kijk ik altijd reikhalzend uit naar de reactie van De Boerenbond. Als het over niet zo’n schokkende zaken gaat, zou ik ze zelfs amusant vinden. Op 23 maart lezen we op haar website:

Vandaag werden we via de pers geconfronteerd met schokkende beelden die in het slachthuis van Tielt gedraaid werden. De beelden, die door de dierenrechtenorganisatie Animal Rights undercover gemaakt werden, laten niets aan de verbeelding over. Het gaat om zeer ernstige mistoestanden die een aanfluiting zijn van de meest elementaire dierenwelzijnsregels. Dit is absoluut geen voorbeeld van de correcte toepassing van slachthandelingen die dierenleed moeten voorkomen.

De varkenshouders zijn zwaar aangeslagen door de beelden. Zij doen er alles aan om hun varkens, met respect voor dierenwelzijn, slachtrijp te maken en deze gezond en in goede conditie aan te leveren naar het slachthuis. Zij verwachten dan ook dat de schakels in de keten na de boerderij een zorgzame behandeling garanderen, de geldende dierenwelzijnswetgeving en de sanitaire regels respecteren. Het is dan ook onthutsend om te moeten vaststellen hoe de varkens behandeld worden eens ze van het bedrijf vertrokken zijn naar het slachthuis. Het is aan de bevoegde instanties, zijnde het FAVV en de inspectie Dierenwelzijn, om nauwgezet toe te zien op de naleving van de wetgeving en op te treden bij wantoestanden.

Boerenbond betreurt dat door dergelijke toestanden het imago van een volledige sector besmeurd wordt en de varkenshouders het kind van de rekening dreigen te worden terwijl henzelf hierin helemaal geen schuld treft. Een krachtdadig optreden van de bevoegde instanties en de nodige remediërende actie van het bedrijf in kwestie is hierbij dan ook op zijn plaats.


De Boerenbond is een organisatie die aanleunt tegen de CD&V en het kon dan ook niet anders dan dat in hun persbericht de hypocrisie weer hoogtij viert.

Als in de vleesbatterijen en bij de vervoerders het dierenwelzijn op dezelfde manier wordt gecontroleerd dan in de slachthuizen, dan moet je niet al te veel verbeelding hebben om je te kunnen voorstellen hoe het er soms aan toegaat.

Ik ben er zo goed als zeker van dat als ik 10 cent zou krijgen voor elk dier dat bij de houders van slachtdieren (niet alleen voor hun vlees, maar ook voor hun pels) het slachtoffer is van enige vorm van dierenmishandeling, ik snel miljonair zou zijn.


Naast de kweker, de vervoerder en het slachthuis is er nog een vierde speler in de vleesketen: de winkelketens die het in de koeling hebben liggen. Delhaize was een van de belangrijkste afnemers van het varkensslachthuis in Tielt, trouwens het grootste in ons land, en verkocht het vlees onder het label 'Beter voor iedereen' In een poging om haar imagoschade zo veel mogelijk te beperken, kon Delhaize niet anders doen dan de samenwerking stop te zetten.

'Dierenwelzijn is voor ons een prioriteit bij het afsluiten van contracten. Als dat niet wordt gerespecteerd, dan is dat voor ons onaanvaardbaar.'

Je kan de vraag stellen of het opnemen van het woord ‘Dierenwelzijn’ in contracten, getuigt van enige zorg voor de dieren, of het gewoon een manier is om de Zwarte Piet door te spelen naar de andere partij? De vraag stellen is ze beantwoorden. Grote spelers op de voedingsmarkt zijn vooral geïnteresseerd in de prijs, en in dierenwelzijn als het niet anders kan.


Nog dit: het vlees van het Tieltse slachthuis wordt bij Delhaize verkocht onder het label ‘Beter voor iedereen’. Laat ons vanaf nu hopen dat ook de varkens er echt beter van worden en de periode van hun geboorte tot op ons bord met zo weinig mogelijk kommer en kwel verloopt. Eerlijk gezegd, als spelers zoals Delhaize en De Boerenbond al beginnen met hun kop in het zand te steken, heb ik er niet veel hoop op.


Antwerpen, 31 maart 2017


François Thijs,

noch meester, noch knecht.