DE PARABEL VAN HET ASBAKJE

DE PARABEL VAN HET ASBAKJE.

Er waren eens enkele huurders in een appartementsblok van de sociale woningmaatschappij Woonhaven. Ze woonden erin gerenoveerde appartementen, waar niets viel op aan te merken. Er waren ook huurders die graag in een nette buurt woonden. Ze sorteerden altijd hun afval en sluikstorten was hun vreemd.

In het bewuste appartementsblok woonden er ook rokers. De meesten staken hun sigaretje buiten aan, en niet op hun appartement, wat lovenswaardig is, maar wat wel tot gevolg had dat erin de omgeving heel wat peuken op de grond slingerden.

Dit stoorden een aantal bewoners, met nog een aantal andere zaken, die we hier even buiten beschouwing laten. Daarom dat vierentwintig betrokken bewoners een brief schreven, die op 8 maart 2019 aangetekend werd verzonden naar de heer Wouter Gehre, algemeen directeur van Woonhaven. Aangetekend omdat hij zeker niet in de administratieve mallemolen zou verdwijnen. Men vroeg onder andere: ‘Is het mogelijk om aan ons gebouw een asbakje te plaatsen?’


En nu wordt het leuk. Maar eerst wil ik nog vermelden dat het aangetekend verzenden geen overbodige luxe was, omdat we op 5 mei ll. nog altijd geen antwoord hadden ontvangen. We verzonden een mailtje naar de heer Gehre om te informeren naar de oorzaak. Het duurde niet lang of we ontvingen een antwoord: ‘Goeiemiddag. Ik bekijk dit even en kom snel bij u terug.’ Blijkbaar valt er over het begrip ‘snel’ te discussiëren, omdat we na een maand nog geen uitsluitsel hadden. Daarom werd er opnieuw een mail verzonden. ‘Mijnheer de directeur, we zijn nu meer dan een maand verder en we hebben nog niets van je gehoord? Met vriendelijke groeten.’


Op 21 juni, met andere woorden meer dan drie maanden na onze brief, viel er uiteindelijk een antwoord in de mailbox, waarin alle onze vragen van tafel werden geveegd. Maar we zijn bezig over dat asbakje. Het argument van Woonhaven luidde: ‘Aan uw vraag om een asbakje te plaatsen aan jullie gebouw, kan geen gevolg worden gegeven. In het huidige klimaat van gezonder leven geven we met deze maatregel ongetwijfeld een fout signaal naar onze huurders toe.’
We hebben dan cynisch geantwoord dat ons hart hiervan smolt, omdat ze eerder bezorgd waren over de gezondheid van hun huurders, dan wel van hun eigen personeel. Want aan deze laatsten geeft Woonhaven al enkele jaren het fout signaal, omdat bij de personeelsgebouwen nog altijd asbakjes staan. Het doet goed om te horen dat onze sociale woningmaatschappij over ons waakt, maar ik weet niet of dit om te lachen of te huilen is.


We zijn dan vervolgens bij de ombudsdienst van de stad Antwerpen geweest. We werden er ontvangen door een zeer sympathieke jongeman, die de kortzichtigheid van Woonhaven natuurlijk ook niet begreep. Maar op die leeftijd weet men natuurlijk nog niet hoe overheidsdiensten werken. De ene bijt natuurlijk nooit in de hand van de andere. Met ander woorden, daar vingen we ook bot!


In de laatste mail van Woonhaven over deze materie stond te lezen: ‘Woonhaven moet op het openbaar domein geen asbakken voorzien. Werkzones zijn wettelijk verplicht rookvrije ruimtes, maar je moet als bedrijf wel faciliteiten voorzien voor wie rookt. Vandaar de asbakken voor het personeel.’ Ze waren natuurlijk wel vergeten dat er in onze buurt aan hun inschrijvingslokaal wel betonnen bloembakken zonder bloemen staan, die duidelijk als asbakken dienst deden.


Zo behandelt men in onze koekenstad bewoners, die willen bijdragen in een schonere buurt. Nog voor alle duidelijkheid. Zo’n asbakje kost 50 euro! Moet er nog zand zijn. En dan maar de mond vol hebben over de kloof overheid – burger.

 

Antwerpen, 14 december 2019

 

François THIJS

noch meester, noch knecht.


P.S.: Ik schrijf deze tekst in de ‘we’ vorm, omdat dit een initiatief was van een aantal bewoners. De correspondentie en de gesprekken heb ik echter gevoerd in hun en mijn naam.